doelstelling
historiediscussieplan elementenlaatste nieuwsopenbaarpractischlinksarchiefdigitale stad

Bijlage 1
REACTIE OP DE GEBIEDSVISIE IN HET ONTWERPBESTEMMINGSPLAN
1. Algemeen
Het kernpunt van de zienswijze van de Belangenvereniging richt zich in algemene zin tegen de gebiedsvisie - de basis van het plan - die het stedelijk weefsel van de historische stad versimpelt tot een samenstel van orthogonale bouwblokken.
2. In concreto
De Belangenvereniging heeft vanuit dit kernpunt gereageerd op onderstaande concrete gevallen in het bestemmingsplan:
  • De bebouwingshoogte van Veld 9
  • De rooilijnverschuiving van de Ezelsveldlaan in zuidelijke richting, met als consequentie verplaatsing van de dienstwoningen
  • Vormgeving van de ontsluiting van het plangebied
  • De bebouwingshoogte van Veld 2
3. Motivatie
Het stedelijk weefsel van de binnenstad is complexer dan een samenstel van orthogonale bouwblokken. Een globale analyse van de historische binnenstad toont het volgende:
De primaire structuur bestaat, zie Afb. 1, uit de globaal noord/zuid gerichte Oude en Nieuwe Delf (a en b) en daarnaast het Achterom (c), met betekenis van de regionale economie, nog begrijpelijk door namen als Brabantse Turfmarkt en Koornmarkt. Ten dienste van de lokale economie (boter, kaas en eieren) fungeren de Binnen/ Buitenwatersloot (1) en het Oosteinde/ Delfgauwse Vaart (2)
De secundaire structuur wordt gevormd door de oost/west geori�nteerde grachten die hun oorsprong vinden in ontginnings- cq. ontwateringstechniek en ruimtelijk van een geringe betekenis zijn. De hele productie- en markteconomie wordt beveiligd door een singelgracht. In- en uitgaand verkeer/ transport worden gecontroleerd door vier nadrukkelijk vormgegeven poorten: de Rotterdamse/Schiedamse poort, de Waterslootse poort, de Haagpoort en de enig overgebleven Oostpoort.
De tertiaire structuur speelt op het niveau van het samengestelde bouwblok. Om dit zichtbaar te maken is de historische stadsplattegrond herleid tot "schollen"(methode Palmboom), zie Afb. 2. De vulling van de schollen, logischerwijs in hoofdzaak bepaald door de primaire en secundaire structuur, bestaat in principe uit het gesloten bouwblok. Altijd wordt het bouwblok aangepast aan de primaire/ secundaire structuur. (Het orthogonale bouwblok komt alleen voor bij bewust gestichte pioniersnederzettingen - Priene/Savannah).

Conclusie;
Het perfecte orthogonale bouwblok komt in Delft niet voor.
4. Het gesloten orthogonale bouwblok volgens het Ontwerpbestemmingsplan
In het Ontwerpbestemmingsplan wordt het belang van het orthogonale systeem benadrukt (zie Ontwerpbestemmingsplan Zuidpoort pag. 15, onder lijnen; pag. 22 onder Veld 10 het stedelijk weefsel van de binnenstad; pag. 13, "de heldere orthogonale structuur" en "bestaande orthogonale structuur"; en op pag. 13, "de specifieke binnenstadsverkaveling"). Echter in de plankaart wordt ook van dit systeem afgeweken: veld 9 (de U-vorm), veld 10 (de ronding bij de Sebastiaansbrug) en het Theater (met de schuine route langs veld 5, de eerste bebouwing van de Zuidpoort)
. Alleen rond de bevoorradingsroute via de Ezelsveldlaan en de Kruisstraat is het orthogonale bouwblok doorgezet. Echter de afgeronde hoek van Veld 10 met de Ezelsveldlaan ten behoeve van het bevoorradend vrachtverkeer, laat zien dat de verschuiving van de Machinistenwoningen met ca 3,50 m naar het zuiden, niet alleen in theoretische zin, maar ook in praktische zin, stedenbouwkundig geen onderbouwing had. De onderbouwing is louter financieel, wat blijkt uit de paragraaf 'De financi�le haalbaarheid', pg 65, waar verwezen wordt voor het kerngebied (Veld 5 en 7) naar een ter zake gespecialiseerde ontwikkelaar, waarmee een belangrijk inkomstendrager van het plan is vastgesteld.
De hardheid van de financi�le aspecten voor de stedenbouwkundige voorstellen, moet duidelijker worden toegelicht, zodat een afweging tussen stedenbouwkundige kwaliteit en financi�le haalbaarheid inhoud krijgt.
5. De bouwhoogte
Ter argumentering van de hoge bouwhoogte wordt in het Ontwerpbestemmingsplan het verhaal over jaarringen van de binnenstad aangevoerd. Hoe recenter hoe hoger is het motief.


Hogere bebouwing in de historische binnenstad is altijd gereserveerd geweest voor openbare militaire, onderwijs- en wetenschapsgebouwen. De monumentale gebouwen die het silhouet bepalen (zie ook Afb. 2) zijn:
1. Gebouw Civiele Techniek en Bibliotheek
2. De Oude Kerk
3. Het Stadhuis
4. De Nieuwe Kerk
5. Het Armamentarium
6. T.H.-complex Nieuwelaan
7. Het Veste-theater


Rond deze bebouwing is consequent een lagere bebouwing aanwezig, dan wel gekozen om het belang van deze bebouwing te onderstrepen. Als bijzonderheid is vermeldenswaard het feit dat de bebouwing langs de Markt, richting Nieuwe Kerk in hoogte afneemt en de toren door het valsperspectief nog hoger lijkt, dan hij in werkelijkheid is.
Met dit argument in handen dient het voormalig T.H-complex (6) een majesteitelijke burcht in het zuidoosten van de binnenstad niet met een hogere bebouwing te worden geconfronteerd. De bouwhoogte voor Veld 9 dient daarom naar beneden toe te worden bijgesteld.


Om dezelfde redenen mag ook op Veld 2 de bebouwing niet boven de omgeving uitkomen. Op Veld twee worden geen functies gerealiseerd die een "landmark"rechtvaardigen.
6. Het plan in relatie tot de moderne primaire ontsluitingstructuur
Het plan wordt gezien als een (de) entree tot de binnenstad. Een magere steeg, met min of meer dezelfde afmetingen van de niet wervende Bastiaanspoort, verbeeld die ruimtelijke voordeur voor O.V.-reizigers, de route langs het theater is voor hen niet 'bereikbaar'. De ontsluiting voor autobezoekers (P) via de parkeergarage is mogelijk, maar het bestemmingsplan biedt ter plaatse van de ingang van de garage geen basis voor een 'hartelijke' ontvangst. De ontwerper heeft hier een onmogelijke opdracht.
De bevoorradingsroutes kregen in de Delftse binnenstadstraditie (zie Afb. 1) duidelijk vorm met poorten en bruggen. De verkeersafwikkeling bij de ingang van de parkeergarage en de hoofdbevoorradingsroute Ezelsveldlaan-Kruisstraat, schuren langs de orthogonale structuur (een argument van tertiaire betekenis!) en genereren een reeks van problemen. 7. Samenvatting
Samengevat wordt gepleit voor een nadere planuitwerking waarbij verkeersontsluiting, parkeren en bevoorrading als ontwerpargumenten worden gebruikt. De verkeers- en parkeerontsluiting en de bevoorrading moeten praktisch en 'leesbaar' gemaakt worden waarbij niet star wordt vasthouden aan de orthogonale bouwblokfilosofie, die immers een zwakke stedenbouwkundige betekenis heeft